Miljoenen en loonstrookjes Third party software. Het klinkt als een bekende term. Ligt lekker in de mond. We hebben het als gamers zo vaak gehoord, we kijken er niet meer van op. Terwijl vaders en moeders een wedstrijd maken van welk woord hun baby als eerste zegt, 'papa' of 'mama', komt de realiteit hard aan als hun kind als eerste woordjes 'third party software' brabbelt. Alle gekheid op een stokje: het is de normaalste zaak van de wereld. Maar dat was niet altijd zo. Als we kijken naar de eerste generatie video games, zien we dat de games ingebakken waren. Het werd als één geheel ontwikkeld en als één geheel verkocht. Dat veranderde in de tweede generatie met de Fairchild Channel F en de Atari VCS. Deze game consoles beschikten over verwisselbare cartridges. Deze bedrijven maakten hun eigen cartridges voor hun eigen consoles. Klinkt logisch en in lijn met wat we gewend waren van de eerste generatie. De Channel F raakte al snel uit het zicht en de Atari VCS werd de dominante marktleider in Noord Amerika. Ze verdiende uiteindelijk miljoenen aan hun console en cartridges. De makers van de games zagen die miljoenen telkens voorbij komen en begonnen zich af te vragen waarom dit niet terug te zien was op hun eigen loonstrookjes. Er waren geen royalties, zelfs hun naam was nergens op de game terug te vinden. En we kunnen ons allemaal wel voorstellen dat de schoen dan gaat wringen. Activision In mei 1979 trekken vier programmeurs de stoute schoenen aan: David Crane, Larry Kaplan, Alan Miller en Bob Whitehead. Ze gaan in gesprek met CEO Ray Kassar. Hun eis: behandel ons zoals muzikanten worden behandeld. Ze wilde erkenning: financieel in de vorm van royalties en persoonlijk in de vorm van hun naam op de video game. Kassar was het hier helaas voor de programmeurs niet mee eens. In zijn optiek kon iedereen een game maken en was niemand onmisbaar. Of in zijn woorden: "You are no more important to this product than the people on the assembly line who put the cartridges together". Dit leidde tot een breuk en in oktober wordt door Crane, Miller en Whitehead een nieuw bedrijf gestart. Zij deden dit samen met Jim Levy, iemand uit de muziek industrie, die aanvoelde wat de programmeurs wilde. Daarnaast had Levy goede contacten en wist een hoop geld los te krijgen van investeerders. Kaplan volgde ook snel en voegde zich bij het team van programmeurs. Het bedrijf zou oorspronkelijk eigenlijk VSync gaan heten, maar Levy kwam met het idee om 'active' en 'television' te combineren en zo ontstond Activision. Bewust een bijkomend voordeel van deze naam: in alfabetische volgorde staat het op de lijst boven Atari. Software Dus we zijn op een keerpunt aanbeland. Vier programmeurs, een nieuwe CEO en voldoende cash. Wat gaan we doen? Het doel was software maken. Maar dan wellicht voor de computers uit hun tijd? Er ontstaat echter een riskanter plan. De vier programmeurs kennen de Atari het beste van iedereen en ze besluiten om software uit te brengen voor de Atari 2600. Daarmee gaan ze het directe gevecht aan met hun voormalige werkgever. Rekening houdend met het feit dat Atari dit niet leuk gaat vinden, wordt er direct geld opzij gezet voor juridische kosten. Verder doen ze er alles aan om er voor te zorgen dat niets hen nog aan Atari linkt. Ze zorgen zelfs voor nieuwe hardware en tools, zodat ze geen gebruik hoeven te maken van Atari materialen. Ondanks alle voorzorgen, wordt er inderdaad een rechtszaak aangespannen. Deze loopt door tot 1982. In de tussentijd zitten de heren echter niet stil en starten met het programmeren van games voor de 2600. Creativiteit Atari was vooral bezig met de games uit de Arcades. Ze waren succesvol met ports, maar bij Activision zagen de heren dat Atari het hier steeds moeilijker kreeg. De games in de Arcade werden steeds beter en de hardware van de Atari 2600 kon niet dezelfde kwaliteit bieden. Bij Activision realiseerde ze zich, dat ze zich moesten onderscheiden in gameplay en dat de originaliteit van een game boven alles het belangrijkste was. Ze maakten ook een lijstje met regels die elke programmeur moest naleven. Hierdoor werden bijvoorbeeld alleen de meest aansprekende kleuren gebruikt en werden er zwarten randen gebruikt, zodat kleuren minder in elkaar over zouden lopen. In 1980 komt de eerste cartridge op de markt: de game Dragster, geprogrammeerd door David Crane. Ze doen de reden van hun vertrek bij Atari eer aan en je vindt de naam van Crane terug in zowel de manual als op de game cartridge zelf. Dragster is een game waarin je met twee personen tegen elkaar kunt racen. Het doel is, net als in het echte dragracing, om zo snel mogelijk de finish te bereiken. De game die als eerste Activision game de boeken in zou gaan. De game die ook een dubieuze wereldrecordhouder voortbracht. Todd Rogers, die een snelste tijd van 5.51 had neergezet. Er is veel controverse rondom deze tijd. Inmiddels is gebleken dat een tijd van 5.57 mogelijk is, maar er zijn mensen die nog altijd beweren dat 5.51 mogelijk moet zijn. Er is geen fysiek bewijs, alleen de aanwezige getuigen die beweren dat de tijd écht behaald is. Hoax of werkelijkheid? Tenzij iemand anders de tijd evenaart, zal het altijd de vraag blijven. Pitfall Hoewel Dragster en enkele games daarna goed werden ontvangen, had Activision in hun opstartperiode last van een negatief imago. Er stond ten slotte geen Atari op hun cartridges en men beschouwde het merk Activision alsof het b-keus was. In 1982 verandert dit echter als David Crane Pitfall uitbrengt. Het spel werd bijzonder goed ontvangen én werd bijzonder goed verkocht. Het werd een regelrechte hit, waarvan naar schatting 4 miljoen cartridges werden verkocht. Het is daarmee een van de best verkochte Atari titels ooit. Activision groeide en opende zelfs een afdeling aan de andere kant van de VS, onder leiding van Garry Kitchen. Garry Kitchen staat bekend om zijn versie van Donkey Kong voor de Atari. Daarnaast zat ook John van Ryzin in het team, bekend om de klassieker H.E.R.O., een voor die tijd ambitieuze game. Uitspraak Hoewel de zaken goed gaan, houdt Activision ook rekening met de tegenslag die een keer gaat komen. In eerste instantie waren ze de enige partij, buiten Atari zelf, die software voor de Atari 2600 maakte. Maar ze wisten dat dit niet eeuwig zo zou blijven. Ze gebruikten de tijd gedurende de rechtszaak om aan een eigen merk te bouwen. Ze wilde bekend staan om goede titels en een A-status bereiken. Ook trachtten ze een band op te bouwen tussen de speler en de maker van een game. De naam van de programmeur stond op elke doos en moest een herkenningspunten worden voor de spelers. Besef goed dat er in die tijd nog geen internet was zoals we dat nu kennen. Spelers hadden vrijwel alleen de box art en een enkel screen shot om te bepalen of ze een game wel of niet wilde gaan kopen! Geen youtube gameplay filmpjes dus, en er waren ook nog weinig écht grote main stream video game bladen. In 1982 volgt er een uitspraak in de rechtszaak van Atari en Activision en deze valt uit in het voordeel van Activision. Daarmee werd niet alleen Activision gelegitimeerd, maar alles werd open gegooid. Letterlijk iedereen die dat wilde kon nu software maken voor de Atari. En dat gebeurde dan ook massaal. Er stonden veel bedrijven op en vele vielen al snel om. Gevolg: winkels werden overspoelt met restpartijen van games, die vaak onder kostprijs werden verkocht. En zo kon het dus gebeuren dat er op de winkel schappen naast een nieuwe Activision game van 40 dollar een willekeurige game van 3 dollar stond. Nogmaals, men had vaak alleen de box art om een keuze te maken en met een game van 3 dollar was het risico een stuk kleiner dat je een miskoop deed. Hoewel Activision in eerste instantie het hoofd nog boven water hield, was de komst van de NES van Nintendo echter een genadeklap. Hoewel de NES de console markt in leven hield, verloor iedereen het vertrouwen in de Atari 2600 en daalde de vraag tot een dieptepunt. Tumult
Na deze vroege periode is er veel tumult binnen het bedrijf. Na een slechte overname wordt Levy aan de kant gezet en neemt Bruce Davis het stokje over. Hij hernoemt het bedrijf naar Mediagenic, ondanks het feit dat Activision inmiddels een goede naam had opgebouwd. Uit angst voor het verliezen van hun baan, verlaten David Crane en de gehele oost kust afdeling het bedrijf. Ze zetten een nieuw bedrijf op: Absolute Entertainment (ja, om alfabetisch boven Activision op de lijst uit te komen!). Na het wegvallen van Imagic, de grootste concurrent op het gebied van Atari 2600 software, zijn zij de enige serieuze overgebleven partij voor Atari 2600 software, waar uiteindelijk toch nog kort markt voor bleek. Activision zelf bleef software maken, onder andere voor de NES, die piekte in populariteit. Bekendste titel uit deze periode is Mech Warrior. Maar het eerdere succes werd niet geëvenaard. Op een gegeven moment was het bedrijf zo goed als failliet. In 1991 koopt Bobby Kotick 25% van de aandelen en benoemt zichzelf tot CEO. Maar belangrijker: hij is de persoon die het bedrijf zijn eigen naam teruggeeft en verder gaat onder de oude naam Activision. Kotick wil met Activision teug naar de top. Het is echter een langzaam proces en het duurt wel even voor Activision uit het dal is gekropen. In 1993 trekt Kotick nieuwe talentvolle software ontwikkelaars aan en brengt met succes een aantal titels uit, waaronder Mech Warrior 2, Interstate '76 en Battlezone. Nog niet het grote succes, maar wel voldoende om de naam Activision weer te koppelen aan kwalitatief goede software. Activision ging veel samen werken met onafhankelijke studio's en dit leidde in 1999 tot een groot succes en dit was de doorbraak voor het nieuwe Activision van Kotick. Zij brengen Tony Hawk's Pro Skater uit, ontwikkeld door Neversoft. Snel na het succes werd Neversoft ingelijfd door Activision, maar de ziel van het bedrijf werd behouden. Het behield het eigen kantoor en management en kreeg de taak jaarlijks nieuwe versies van Tony Hawk's Pro Skater en Spider-Man te ontwikkelen. Dit recept werd meerdere malen herhaald, wat onder andere heeft geleid tot de Call of Duty lijn. In 2007 bereikt het overname beleid zijn hoogtepunt als Activision een bod doet op het Franse Vivendi Universal. Vivendi is tevens eigenaar van Blizzard Entertainment, bekend om zijn World of Warcraft. Het komt tot een fusie en al snel bleek het Kotick vooral te doen te zijn om Blizzard. Deze laatste wordt grootst binnen gehaald, terwijl de rest van Vivendi naar de achtergrond verdwijnt. Vriendelijk of niet, het heeft geleid tot Activision Blizzard, de grootste onafhankelijke leverancier van software. En zo is de cirkel rond: van de eerste onafhankelijke software makers tot de grootste ter wereld nu!
0 Reacties
|