Holy Grails Het is een term die vaak wordt gebruikt om de meest obscure objecten in (retro) gaming te omschrijven. In de meeste gevallen gaat het dan om onbereikbare zaken. Zeldzame prototypes of consoles met een ernstig gelimiteerde oplage. En natuurlijk zijn dat bijzondere objecten, die elke verzamelaar aan zijn collectie zou willen toevoegen. Maar helaas zijn dergelijke items nauwelijks bereikbaar voor de gewone verzamelaar. Dat wil echter niet zeggen dat we geen persoonlijke heilige gralen kunnen hebben. Iets wat wellicht wat moeilijker te vinden is, maar niet onbereikbaar. Iets wat wellicht niet heel goedkoop zal zijn, maar zeker niet onbetaalbaar. Vanuit deze gedachten laat ik jullie hieronder mijn eigen, persoonlijk top 5 van heilige gralen zien! Nummer 5: Nintendo Gameboy Advance SP - AGS101 De komst van de Gameboy Advance betekende dat er voor het éérst een 32 bits handheld op de markt was. Natuurlijk was iedereen enthousiast. Maar ondanks dat het een krachtig apparaat was, bleef er een groot nadeel aan het apparaat. Een nadeel dat er vanaf de Gameboy Classic al was: het scherm. Ook met de Gameboy Advance was het zoeken naar een lamp, zodat je fatsoenlijk kon spelen. Hoe blij was het publiek dan ook met de komst van de Advance SP! Het kon door het apparaat zelf verlicht worden! Dit betekende dat je ook in donkere ruimtes tóch kon spelen. Je bent blij en hebt natuurlijk geen referentiemateriaal. Maar het kon nog beter! Het scherm was frontlit: het scherm wordt verlicht vanaf de voorzijde. Voor Nintendo was dit echter niet genoeg en er kwam een verbeterde versie. Dit keer was het scherm backlit. Front, back, what's the difference, zou je misschien denken? Maar de kwaliteit van het scherm ging in grote stappen vooruit. In Europa werden deze AGS-101 modellen in 2006 op de markt gebracht, een jaar na de release van de Nintendo DS (toen nog met GBA backward compatibility). Om deze reden zijn er van deze variant geen grote hoeveelheden verkocht. Ze zijn tegenwoordig dan ook geen gemeengoed. Nummer 4: Philips Videopac G7200 De Videopac G7000 spelcomputer is de eerste spelcomputer die we bij ons thuis hadden. Als jonge jongen ontzettend veel plezier mee beleeft, maar ook nu is het nog steeds één van mijn favoriete consoles. Deze spelcomputer in Noord-Amerika uitgebracht als de Magnavox Odyssey 2, maar er zijn veel meer varianten (in licentie vorm) uitgebracht. Concentreren we ons op onze lokale markt, dan zijn er drie varianten belangrijk. Natuurlijk de originele Philips Videopac G7000, de update console Videopac G7400 en als laatste een vreemde eend in de bijt: de G7200. Dat een systeem een update krijgt is niet vreemd. De G7400 is een console met net iets betere specs. De nieuwere cartridges droegen een '+' logo en vertoonden geplaatst in een G7400 betere graphics. De G7200 is echter geen update, maar een apparaat op zich. Qua werking is het systeem exact hetzelfde als een reguliere G7000, maar dan met het grote verschil dat er een monitor in het apparaat is ingebouwd. De monitor is helaas wel zwart-wit, maar desondanks toch een gewild en zeker geen doorsnee apparaat. Nummer 3: Sega Game Gear White Ik heb altijd een fascinatie gehad voor handhelds. Vanaf de eerste keer dat ik een Gameboy in mijn handen had. Hoewel ik heel blij was met mijn Gameboy (ik herinner me zelfs de geur van de doos nog!), weet ik ook nog dat ik kwijlde bij de foto's van de Game Gear. Een kleurenscherm, wauw! Het heeft echter nog vele jaren geduurd voor ik zelf een game gear in mijn bezit had. Het is een schitterend apparaat met een erg toffe library aan games. De standaard kleur is natuurlijk donker grijs, en als je die veel in je handen hebt gehad, zijn andere kleuren natuurlijk een leuke maar enigszins vreemde gewaarwording. Er is natuurlijk geen grotere tegenstelling dan die met de kleur wit. De witte game gear is nooit in een winkel verkrijgbaar geweest. Er zijn 10.000 exemplaren van gemaakt en waren bestemd voor personeel en ontwikkelaars. Ze zaten in een schitterend koffertje met een tevens witte tv tuner. Daarnaast nog een oplader en zelfs zes batterijen! Een witte game gear is al moeilijk te vinden, maar een complete koffer is zeker een uitdaging. Nummer 2: Channel F System II De Fairchild Channel F zal altijd genoemd worden als het gaat om video games. Ondanks het feit dat het wellicht geen groot commercieël succes kende, was en blijft het voor altijd de allereerste video game console gebaseerd op een microprocessor, de eerste met verwisselbare cartridges en laten we ook niet de introductie van de pauze knop vergeten. Het is een uniek apparaat. Zoals gezegd, was het geen commercieel succes en na de komst van de Atari VCS verliet Fairchild al snel de wereld van de video games. In 1979 verkocht Fairchild de rechten van hun Channel F aan het bedrijf Zircon. Deze bracht de update van het systeem op de markt, hoewel deze eigenlijk gewoon nog door Fairchild was ontwikkeld. Het systeem was aan de binnenkant vrijwel gelijk aan de Channel F. De veranderingen zaten vooral in de behuizing. Het belangrijkste verschil was het weglaten van de speaker. Het geluid ging nu via de RF verbinding naar de TV, wat de speaker overbodig maakte. De originele Channel F staat al langer op mijn wensenlijstje, maar deze ge-update versie is simpelweg net even iets mooier! Nummer 1: Commodore SX-64 In mijn jeugd waren meerdere spel computers, maar er was meer één home computer: de Commodore 64. Deze heeft mij vanaf jonge leeftijd tot ver in mijn tienerjaren bezig gehouden. Er is dan ook veel persoonlijke liefde voor het systeem. Er zijn meerdere varianten van deze home computer gemaakt, maar dit is het systeem dat mijn interesse het meest heeft opgewekt. Het systeem is bedoeld als een draagbare variant voor de zakelijke markt. Het systeem had een ingebouwde monitor. De kleuren van het scherm waren omgedraaid: een witte achtergrond en blauwe letters. Dit om er voor te zorgen dat de tekst op het kleine scherm goed leesbaar was. Er was een ingebouwde disk drive. En uiteraard kon een toetsenbord niet ontbreken. Het systeem was helaas niet erg succesvol. Mede door concurrentie, maar ook omdat er keuzes in het productieproces werden gemaakt die niet goed uitpakte. Zo werd de RF uitgang weggelaten, waardoor je het systeem niet op een willekeurige TV kon aansluiten. Het scherm was klein en er was geen aansluitingsmogelijkheid voor een datassette. Het systeem was ook nog eens behoorlijk zwaar, zo'n 10.5 kilo. Als laatste moet genoemd worden, dat gebruikers het scherm klein vonden. Klinkt wellicht niet als een erg positief verhaal, maar desondanks spreekt het systeem tot mijn verbeelding. Een eigen portable Commodore 64, hoe gaaf is dat? En toen...
... was mijn wishlist compleet. De vijf systemen die voor mij ieder op zich een holy grail zijn. Sommige makkelijker te vinden, de anderen wat moeilijker. Natuurlijk is een verzameling nooit compleet, en naast deze top 5 zijn er echt nog wel meer wensen. Het zou geweldig zijn om ooit alle vijf de systemen in mijn verzameling te kunnen opnemen. Maar ach, er moet ook nog altijd iets te wensen overblijven, nietwaar?
0 Reacties
Brown Box De meningen zijn nogal verdeeld over wat nou écht de allereerste videogame was. Het hangt natuurlijk vooral af van de definitie die je gebruikt. Een naam die in deze discussie ook wel eens naar voren komt is de "Brown Box". En of het nu wel of niet de eerste was: het staat buiten kijf dat deze bruine doos ontzettend belangrijk is geweest voor de ontwikkeling van videogames. Ralph Bear is geboren in Duitsland, maar voor de tweede wereld oorlog vluchtte zijn familie naar de Verenigde Staten. In 1951 werkt hij bij een electronica bedrijf en krijgt de opdracht de beste televisie van de wereld te maken. Hij oppert de mogelijkheid om de televisie ook te gebruiken voor spel, maar dit idee wordt weggewuifd. In 1966, inmiddels werkend bij een ander bedrijf genaamd Sanders Associated Inc., komt het idee opnieuw bij hem op. Dit keer wordt er wel naar hem geluisterd. De TV is niet meer uit de huiskamers weg te denken en het bedrijf ziet kansen. Samen met Bill Rusch en Bill Harrison ontwikkelt Ralph Bear een aantal prototype spelcomputers voor op de televisie. De belangrijkste daarvan is de TV Game Unit #7. Dankzij het bruine vinyl waarmee de box werd bekleedt, is het apparaat vooral bekend geworden als de brown box. De weg naar onze eerste mijlpaal is ingeslagen. Uniek De spelcomputer is uniek. Zo zit er bijvoorbeeld nog geen processor in. Er waren meerdere spellen op te spelen: Op de voorzijde waren een aantal schakelaars te vinden. Hier kon je kaarten plaatsen en op de kaart stond vermeld welke schakelaars omgezet moesten worden om het betreffende spel te kunnen bespelen. Het was tevens voorzien van twee controllers. Daarnaast was er een 'light gun' waarmee je de blokjes op je tv scherm kon 'raken'. En zo som ik en passant een aantal zaken op die je vervolgens door de hele video game geschiedenis terug vindt:
De brown box is dus een voorbeeld geweest voor meerdere generaties spelcomputers en Ralph Bear wordt dan ook wel de 'vader van de video games' genoemd. Alle prototypes, aantekeningen en zélfs zijn gehele werkkamer zijn door Ralph Bear gedoneerd aan "The National Museum of American History". Zijn brown box wordt in licentie gegeven aan Magnavox. Deze bracht het spel in mei 1972 op de markt als de Magnavox Odyssey. Magnavox Odyssey Er mag dan discussie zijn over wat nou de echte eerste video game ter wereld is, maar iedereen is het er over eens dat de Odyssey de allereerste commerciële video game console voor het grote publiek is. De eerste mijlpaal is hier mee bereikt: het was het eerste computer spel dat door iedereen gekocht kon worden! Hier, op dit punt - 24 mei 1972, start de eerste generatie van video game consoles. Deze eerste generatie kenmerkt zich door de afwezigheid van een processor. Een spel bestond uit één scherm: geen sidescrollers dus, wat je zag was het enige beeld van de game. Daarnaast was het apparaat niet uit te breiden met nieuwe games, deze waren allen ingebakken. Er kwamen meerdere van dit soort consoles op de markt, waaronder ook Pong van Atari. Het thuis kunnen spelen van een game, had zich bewezen als een groot succes. Dit succes smaakte naar meer en gezien het feit de technologische mogelijkheden groeide, ontstond er een nieuwe, tweede generatie van spelcomputers. Wellicht denk je dan meteen aan het succes van de Atari 2600, maar er is nog een andere console waar we het over zullen moeten hebben. Fairchild Channel F Voor de Atari 2600 was er de Faichild VES, voluit de Video Entertainmant System. De Atari was een klein jaar later met de welbekende Atari VCS, voluit de Video Computer System. Als reactie op de vergelijkbare naam, veranderde Fairchild de naam van hun spelcomputer in Channel F. De Fairchild Channel F is geen bekende naam voor het grote publiek, en de kans zal nog kleiner zijn dat de naam Jerry Lawson bekend is. Deze man heeft echter veel mijlpalen op zijn naam staan. Hij was een van de weinige gekleurde ingenieurs. Hij werkte dus bij Fairchild, en hij gebruikte de Fairchild F8 processor om in zijn vrije tijd een computer spel te maken. In eerste instantie waren zijn leidinggevenden hier niet zo blij mee, maar uiteindelijk kreeg Jerry de leiding over een aparte divisie, gericht op video games. Er werd veel werk verricht en in november 1976 is de release van de Fairchild Channel F een feit. Fairchild mijlpalen Het is ongelofelijk wat er met de Fairchild ineens mogelijk bleek. Zeker als je achteraf bekijkt hoe primitief de tweede generatie was. Alle mijlpalen op een rijtje, met dank aan Jerry Lawson:
Het is een indrukwekkend rijtje en met alle 5 de mijlpalen zette Jerry Lawson de standaard voor alle consoles die er na kwamen. Jerry Lawson kreeg pas laat erkenning voor zijn werk. Dit zal ongetwijfeld te maken hebben met het feit dat de Fairchild Channel F helaas niet zo succesvol was. Atari zag de release van de Channel F, terwijl ze met hun eigen console met verwisselbare cartridges bezig waren. Ze realiseerde zich dat ze hun apparaat snel op de markt moesten brengen. Hoewel de Atari over een mindere processor beschikte (1.19 MHz ten opzichte van 1.79 MHz), beschikte het systeem wel over twee keer zoveel RAM (128 bytes ten opzichte van 64 bytes). Het leverde betere graphics en beter geluid, waardoor de Atari al snel de Fairchild Channel F in verkopen voorbij streefde. Het achterblijven van de verkopen, maakte dat Fairchild zich terug trok uit de video game industrie. Hierna verliet Jerry Lawson het bedrijf om vervolgens Videosoft op te richten: een bedrijf met de intentie software te maken voor de Atari 2600. Het kwam echter maar tot één cartridge: Color Bar Generator, waarmee men de televisie kon calibreren. Na Videosoft, werd Jerry Lawson consultant, maar bleef daarnaast bezig met uitvinden. In 2011 overlijdt hij aan de gevolgen van ernstige diabetes. Gelukkig wordt hij kort daarvoor nog geëerd voor zijn grote invloed op het moderne gaming. De Fairchild Channel F was dus niet het commerciële succes wat men had gehoopt. De Atari 2600 won snel aan populariteit en regeerde de markt. Mattel probeerde met zijn Intellivision daar wat tegen in te brengen, en was hier in enigszins succesvol. Maar het duurde tot 1982 voor er een console op de markt kwam, die echt een bedreiging vormde voor de heerschappij van Atari. Coleco Het bedrijf Coleco had al langer plannen om een eigen console uit te brengen. Ze konden gelukkig het geduld opbrengen om te wachten op nieuwere technologie. In augustus 1982 komt het bedrijf Coleco met een nieuwe home console op de markt: de ColecoVision. Daar waar Atari al 5 jaar teert op de 2600, komt Coleco met een apparaat passend bij de laatste technologische ontwikkelingen. Denk hierbij aan een betere processor, meer geheugen en betere graphics. De mogelijkheden van de ColecoVision overstegen de mogelijkheden van de Atari 2600. De games vanuit de Arcade, waren nagenoeg gelijk aan de versies die op de ColecoVision verschenen. Dat was één van de twee belangrijke redenen voor het succes van de ColecoVision. De tweede reden is dat Coleco vanaf het begin beloofde, dat het systeem nóg beter kon worden, door gebruik te maken van de unieke mogelijkheid het systeem uit te breiden met behulp van de "expansion module interface". Deze vind je aan de voorzijde van het apparaat en werd gebruikt om de hardware van de ColecoVision uit te breiden. Dit was nog niet eerder gedaan, en daarmee hebben we weer een mijlpaal te pakken! Uiteindelijk zijn er drie uitbreidingen op de markt gebracht, de Expansion Module #1, #2 en #3. De eerste uitbreiding maakte het mogelijk om Atari games af te spelen op een ColecoVision. Deze was bij de lancering van de ColecoVision al beschikbaar en was een slimme commerciële zet. De tweede was een race stuur met gaspedaal. Deze werd verkocht met een port van Sega's Turbo. (Hoewel deze wel als uitbreiding werd gezien, maakte het geen gebruik van de expansion module interface, maar van een controller poort.) De derde en laatste uitbreiding was voor de Adam home computer. De home computer was in opkomst en Coleco wilde deze markt ook kunnen bedienen. De derde uitbreiding zou eerst een Super Module worden: een cartridge waarmee het geheugen van de ColecoVision zou worden uitgebreid. Maar volgens Coleco maakte de komst van de Adam deze uitbreiding overbodig. Helaas werd de Adam getergd door productie fouten. Combineer dit met de hoge aanschafprijs en een ramp is in de maak. Van de ColecoVision zelf werden in het relatief korte bestaan naar schatting 3 miljoen exemplaren verkocht en was daarmee op dat moment de meest serieuze concurrent van de Atari 2600. De verwachtingen waren dan ook zeer positief en er werd even gedacht dat de ColecoVision de leidende positie van de Atari 2600 over zou gaan nemen. Mede door de video game crash in Noord Amerika, en het falen van de Coleco Adam, stopte Coleco in oktober 1985 met het maken van consoles. De ColecoVision was echter wel zijn tijd ver vooruit, leverde ons een mijlpaal én diende ter inspiratie voor de Nintendo Entertainment System. Nintendo Entertainment System In het kort: de NES. Dit systeem wordt gezien als de start van de derde generatie game consoles én door sommige ook als de reden waarom we überhaupt nog altijd game consoles hebben anno 2017. Na de video game crash in Noord Amerika, trokken veel bedrijven zich terug uit de gaming industrie. De klassieke game consoles leken de slag te verliezen van de home computers. Nintendo was op dit moment nog een relatief kleine speler, met met name wat succes in de arcade hallen. In een vroeg stadium was er even sprake van een 16 bit home computer, met bijbehorende randapparatuur zoals een keyboard en disk drive. Maar hier stak het hoofd van Nintendo, Hiroshi Yamauchi, een stokje voor. De console moest toegankelijk zijn en alle technische randapparatuur schrikt alleen maar af. En vanuit het oogpunt van kosten werd er uiteindelijk toch gekozen voor een 8 bit variant. Dit bleken achteraf goede keuzes en maakt dat game consoles konden blijven bestaan. In eerste instantie naast de home computers en later, in tweede instantie naast de personal computers. De NES wordt alom gezien als de Phoenix die de game industrie deed herrijzen uit de as van de Noord-Amerikaanse video game crash eind 1983. Nu mag je dit gegeven wat mij betreft al wel bestempelen als een mijlpaal, maar de ware mijlpaal vinden we echter niet in de console, maar in de controller! D-pad Nintendo produceert vanaf 1980 kleine LCD spelletjes. Deze handzame spelletjes hadden hun eigen ontwikkeling. De eerste spelletjes waren klein en werden meestal bespeeld met buttons, één of twee aan elke zijde. Na deze eerste lichting, komt er een tweede lichting, voorzien van een multi-screen. (Even tussendoor: Een design dat erg lijkt op de Nintendo DS!) De tweede multi-screen game & watch is Donkey Kong. De game play is vergelijkbaar met de Arcade: je moet via balken omhoog lopen, tonnen ontwijken en de princes redden. Het karakter moest daarvoor dus ook kunnen bewegen, in alle richtingen. Gezien het kleine formaat van de LCD spelletjes, moest er een goede oplossing komen voor een controller die de beweging goed kon aansturen. Gunpey Yokoi was werkzaam bij Nintendo en was als videogame designer verantwoordelijk voor de Game & Watch series (en later zelfs voor de Gameboy). Hij bedenkt uiteindelijk een compacte controller voor zijn Donkey Kong LCD spel: een simpel kruis, makkelijk en heel precies te bedienen met één vinger. De Directional Pad, of in het kort: de D-pad. Dit idee werd vervolgens ook gebruikt voor de controller van de NES en dít is de grootste mijlpaal behaald in de derde generatie van game consoles! Het leverde een nieuw soort controller op, die de standaard werd voor alle spelcomputers er na. Sinds de NES, probeert iedereen deze D-pads na te maken in het design van de eigen controllers. Het grootste verschil tussen de NES en de concurrerende home computers uit dezelfde tijd zit hem niet zozeer in de bits en bytes, als wel het verschil in controllers en gebruiksgemak. We namen met de consoles afscheid van de oversized joysticks en gingen verder met de handzame D-pad controllers. Pionieren
Als iets nieuw is, staan er altijd pioniers op. Deze zetten hun hersenen aan het werk en proberen iets toe te voegen aan het geheel. De brown box begon met een idee en werd uitgewerkt tot een commercieel apparaat. De eerste mijlpaal die ik beschreef, met dank aan Ralph Bear. De eerste mijlpaal met die voor ons nu vreemde controllers. Ik eindigde met Gunpey Yokoi, die gedwongen door het kleine formaat van de LCD spelletjes, met het briljante ontwerp komt voor een compacte controller. Wat een groot verschil tussen de controllers van de Odyssey en de NES! Wat een verschil tussen de consoles onderling in die beginjaren. In deze eerste generaties is er veel gebeurd, vaak als gevolg van het idee van slechts één persoon. Echte pioniers die het grondwerk hebben gelegd voor alle moderne systemen van vandaag. Laten we hierbij even stil staan bij deze personen en dankbaar zijn voor wat zij ons én de video game industrie hebben gebracht. |