NES Na de video game crash van Noord- Amerika in 1983, wil niemand in de Verenigde Staten nog geassocieerd worden met video games. Het geheel wordt ervaren als één groot drama en de crash zorgt voor grote verliezen en de val van diverse bedrijven. Geheel tegen de stroom in, lanceert Nintendo hun Nintendo Entertainment System in 1985 op de Noord Amerikaanse markt. Kort daarvoor, in juli 1983, werd de eerste versie van het systeem, de Nintendo Famicom, uitgebracht in Japan. Het sloeg aan en werd in 1984 de best verkochte game console in Japan. Gezien dit succes, werd er gekeken naar de Verenigde Staten. In eerste instantie waren er gesprekken met Atari, maar dit liep stuk. Daardoor besluit Nintendo het systeem op eigen houtje uit te brengen. Het systeem werd gerestyled voor de nieuwe doelgroep. Geheel tegen de stroom in, werd de NES ook in de VS een groot succes. Iedereen ging weer geloven in de video game industrie, met name door het feit dat men zich realiseerde dat er nog altijd geld viel te verdienen in deze sector. SMM Sega begeeft zich inmiddels ook op de video game console markt en ontwerpt de Sega Master System. Dit systeem wordt in september 1986 losgelaten op de Amerikaanse markt. Technisch gezien is het apparaat beter dan de NES, maar het verschil is voor de gebruiker niet heel duidelijk zichtbaar. Wat veel belangrijker is, is dat Nintendo slimme deals sluit met video game producenten, waardoor zij de games alleen exclusief voor de NES mogen uitbrengen. Hierdoor ervaren de consumenten dat de library aan games van de Master System simpelweg niet toereikend is. De Sega Master System wordt geen groot commercieel succes. Niet in Amerika, maar ook niet in het eigen Japan. In Europa doet het apparaat het beter, maar het land waar de console pas écht voet aan de grond krijgt is Brazilië. In dit land wordt het systeem (in licentie) tot en met 2005 geproduceerd. Wat de levensduur ongekend lang maakt. Genesis Sega erkent zijn verlies en richt zijn pijlen op de volgende generatie van video game consoles en komt met de Sega Mega Drive, in de Verenigde Staten omgedoopt tot de Sega Genesis. Deze wordt twee jaar eerder op de markt gebracht, dan de 16 bit variant van Nintendo: de Super Nintendo Entertainment System, meestal afgekort tot SNES. Dit geeft Sega een voordeel. Nintendo erkent niet tijdig de bedreiging die Sega zou kunnen vormen en leunt langer op de NES. De voorsprong van Sega is hierdoor een feit. Uiteindelijk zal Nintendo zijn 16 bit variant op de markt brengen en dit leidt tot de eerste, en volgens sommige de enige echte, console oorlog. This means war! Als men aan oorlog denkt, denkt men vaak aan helden zoals we die in de films zien. De brute kant, die mensenlevens kapot maakt, zien we een stuk minder. En zo is het ook met de console oorlog tussen Nintendo en Sega. Beide bedrijven zien het belang van de Noord-Amerikaanse markt, maar Nintendo blijft stijf vasthouden aan de eigen filosofie. Kijken we naar Sega of America, ligt dat een stuk anders. Nintendo is het te kloppen bedrijf. En Sega haalt alles uit de kast om als de winnaar gezien te kunnen worden. Tom Kalinske neemt het stokje over van Michael Katz op een moment dat het nog niet goed gaat met Sega of America. Het verhaal van Tom Kalinske wordt in 2014 opgetekend in het boek "Console Wars". Tom Kalinske heeft veel goede ideeën, maar het is niet alleen maar rozengeur en manenschijn. Romantiek Het boek mag zich dan non-fictie noemen, maar het is verhalend geschreven en het leest als een roman. De helden van de underdog van het verhaal die het opnemen tegen de reus. Dat klinkt natuurlijk allemaal heel romantisch, wellicht zelfs sprookjesachtig. En warempel! Het lukt ze zelfs om de Genesis in de lead te krijgen. Met grote dank aan onze bekende blauwe vriend Sonic the Hedgehog. Maar wat mag het kosten? In het boek lezen we ook over een Tom Kalinske die over zijn eigen grenzen gaat, als het gaat om geweldadige games. We zien een marketing machine die op volle toeren draait en niets schuwt. We kennen allemaal de slogan "Genesis does what Nintendon't.". Een groot deel van de reclame campagne was niet zo zeer gericht op de Genesis, maar vooral tégen Nintendo. Een Nintendo die zich niet wilde verweren, omdat ze trouw wilde blijven aan hun eigen filosofie. Gek genoeg, was ook Sega of Japan het niet eens met de plannen van Kalinske. Maar Kalinske kreeg alsnog de vrije hand van CEO Nakayama: Ook al waren ze het niet eens met zijn plannen, ze wilde de lokale markt overlaten aan de persoon die er vandaan kwam. Horror Het is uiteindelijk maar wat je wil zien. Maar ik lees in het romantische sprookje vooral ook veel horror verhalen. Ik zie een marketingmachine die geen grenzen lijkt te kennen. Een kill or be killed mentaliteit. Ik ben altijd een fan geweest van Sega, dat is natuurlijk niet zomaar weg. Maar in dit succes verhaal zit voor mij een duidelijk zwart randje. Voor Sega begint de horror pas echt als het gaat om de Saturn. Wie zal als eerste een 32 bits systeem op de markt brengen? Sony besloot na mislukte samenwerkingspogingen een eigen console op de markt te brengen. Deze was grafisch sterk en Sega moest gehaast nog een extra processor toevoegen aan een toch al ingewikkelde architectuur. Het lukte Sega om hun apparaat in Japan net iets eerder op de markt te brengen dan Sony. In Japan was de launch succesvol, waardoor men besloot de Saturn vier maanden eerder dan gepland in Amerika uit te brengen. Tot groot ongenoegen van Tom Kalinske. Sega drukte zijn zin door en vervolgens was er een apparaat, maar tevens een gebrek aan software. De strijd met Sony alleen was al hevig genoeg, maar toen Nintendo ongeveer een jaar later de Nintendo 64 uitbracht, ging het snel bergafwaarts met de Saturn. Al in 1998, ongeveer drie jaar na de release, stopte de productie van de Saturn en was de nachtmerrie compleet. De uitslag
Een oorlog verdiend een winnaar. Als je puur kijkt naar de vierde generatie, de 16 bit generatie, kun je alleen maar concluderen dat Sega beter heeft gepresteerd dan verwacht, maar Nintendo uiteindelijk zegevierde. De verkoopcijfers laten een duidelijk beeld zien: Sega 40 miljoen, Nintendo 50 miljoen. Maar Sega was hier meer dan een voetnoot en heeft een serieuze poging naar de kroon gedaan. Bij de overgang van de vierde naar de vijfde generatie, was daar de PlayStation, die uiteindelijk de vijfde generatie zou gaan domineren. Sega probeerde het nog met de Dreamcast, maar verliet daarna de console markt. Zij kozen er voor om zich te richten op software. Nintendo koos een ander pad. Een eigenzinnig pad, waarin innoviteit belangrijk zou worden dan specs en wist ons te verrassen met bijvoorbeeld een DS en een Wii. Sony had de wind mee en domineerde met de PlayStation 2 ook de zesde generatie en wist een reputatie op te bouwen die vandaag de dag nog altijd stand houdt. Het landschap is inmiddels natuurlijk enorm veranderd. De opkomst van de PC heeft hier een aandeel in, maar ook de mobiele telefoon. Een één tegen één strijd zoals tijdens de vierde generatie is er nooit meer geweest, zeker niet nu Microsoft met de Xbox een stukje marktaandeel opeist. Terwijl de tijd verder verstrijkt, zullen we steeds terug blijven kijken naar die éne legendarische oorlog, tussen Sega en Nintendo. En hoewel ik er altijd een zwart randje in zal blijven zien, kan ook ik niet anders dan toegeven: Dit was dé legendarische console oorlog, die nooit meer geëvenaard zal worden.
0 Reacties
|